Binnen Bio-design vind je een kruisbestuiving van natuur, technologie en design. “Man is not above nature, but in nature,” in navolging van filosoof Ernst Haeckel, lijkt het adagium te zijn van deze bio-ontwerpers. Nationale en internationale ontwerpers en collectieven ontfermen zich over de potentie van micro-organismen, lichamelijke secreties en technologie voor het redden van de natuur. Kunnen we als mensheid de hulp inschakelen van de natuur? Hoe integreren we vervolgens biologie in design en nieuwe processen? Welke rol speelt technologie hierin zodat we een betere samenleving kunnen creëren? Deze vragen komen aan bod binnen de eerste DDW18 trend: Bio-design.
Technologie als reddingsmiddel
Augmented nature is een set van robot tools die dieren assisteert om te kunnen overleven binnen een alsmaar veranderende leefomgeving. Het design-duo Duncan Carter en Mick Geerits van Abnormal zet technologie in voor het voortbestaan van diersoorten. De tools stellen dieren met een prominente rol binnen een specifiek ecosysteem in staat zich aan te passen aan hun veranderde habitat. Hiermee geven ze een nieuwe betekenis aan het menselijk ingrijpen in de natuur; dit keer niet omwille van de mens maar omwille van de natuur. Een voorbeeld is de walvis-tag. Deze functionele hydrofoon informeert de walvis over alternatieve routes zodat hij schepen kan ontwijken.
Afstudeerder van Design Academy Eindhoven, Kuang-Yi Ku, presenteert een vergelijkbare aanpak. Wat als we biotechnologie nu inzetten om het doden van wilde dieren tegen te gaan? In Chinese Geneeskunde worden bepaalde mineralen en organen van zeldzame dieren in medicijnen gebruikt. Kuang-Yi Ku onderzoekt of het printen van kunstmatige dierlijke delen een oplossing biedt. Benieuwd naar de grotere impact van biotechnologie op onze toekomst? In de expositie “NeoBio” van trend researcher Nicole Spit gaan we een doorkijkje vinden naar speculatieve producten waar elektronica en gemanipuleerd DNA samenkomen.
De natuur als inspiratiebron
Bio-ontwerper Lilian van Daal ziet de natuur als een rijke bibliotheek waaruit we voortdurend kunnen leren. De kleinste levensvormen zoals de eencellige stralendiertjes: Radiolaria, kunnen volgens haar onze grootste leermeesters zijn. Binnen het project Radiolaria #1 is met behulp van 3D-printing en digitale programma’s de celstructuur van deze eencellige organismen nagebootst, gemodelleerd en uitvergroot. Deze nieuwe structuur heeft de potentie om alle functionaliteiten te vangen die noodzakelijk zijn voor het gebruik en comfort van een stoel. Dit resulteert in een soft-seating product dat lokaal te produceren is uit één recyclebaar materiaal. Wil je meer weten over deze structuren uit de natuur? Lees meer over Radiolaria #1.
Verduurzaming van processen
Nienke Hoogvliet, Billie van Katwijk en Jeroen Wand onderzoeken in samenwerking met de Nederlandse Waterschappen naar nieuwe mogelijkheden voor het gebruik van het restmateriaal van afvalwater. Na het filteren van afvalwater blijft er een coating-achtige stof achter, Kaumera genaamd. Deze kan dienen als verdikkingsmiddel of als bindmiddel. Voor dit project startten de drie Nederlandse ontwerpers hun zoektocht naar deze kwaliteit. Hierbij is gekeken naar hoe deze kwaliteit om te zetten is naar een functionele toevoeging in ontwerpprocessen. Nienke Hoogvliet werkt met Kaumera om het verven van textiel te verduurzamen. De coating maakt het textiel hydrofiel, waardoor in het verfproces minder water noodzakelijk is. Billie van Katwijk heeft een vergelijkbare aanpak, maar dan met keramiek. Door Kaumera te verwerken in het glazuur kan efficiënter omgegaan worden met grondstoffen. Waar Billie en Nienke de grenzen opzoeken van het materiaal voor bestaande processen, laat Jeroen Wand de veelzijdigheid zien van de substantie in een experimenteel onderzoek.
Urine: een natuurlijke vorm van kunstmest?
Een heel ander perspectief op natuurlijk afval toont het project Anthroponix. Anthroponix is een methode om menselijke secreties zoals urine om te zetten tot een natuurlijke vorm van kunstmest. Door urine bloot te stellen aan een fermentatieproces verdwijnt de geur. Het enige dat resteert is een vruchtbaar concentraat van kalium, stikstof en fosfor. De ontwerpers en onderzoekers achter deze methode hebben als doel om ons bewust te maken van wat er in en uit ons lichaam gaat. Stel je voor: een jaar lang je eigen urine verzamelen, dan kun je 250 kilo tarwe voorzien van voedingsstoffen. Dit betekent ruim 3000 gerechten. Meer innovatie op het snijvlak van biologie, kunst en technologie is te zien in de expositie BioArt Laboratories.
DDW biedt dit jaar een rijk aanbod van projecten die de synergie tonen tussen natuur, design en technologie. Waar de ene ontwerper technologie en design inzet om de natuur op een positieve manier te herstellen, ziet de andere ontwerper de natuur als een bron van informatie. De gemeenschappelijke deler: maatschappelijke- en ontwerpuitdagingen worden aangegaan. Heeft dit artikel je interesse gewekt? Het merendeel van deze projecten is te vinden het VEEM, maar neem een kijkje in het volledige bio-designprogramma.