Zoeken

Sluit zoeken
Magazine

Hoe kijken Design Academy studenten naar de toekomst?

29 October 2018

Don Kwaning | Jan van Tienen
Creators (Vice) vroeg afstudeerders van de Design Academy of ze nog een beetje hoop in de toekomst hebben.

Het leuke aan design is dat het er zo’n optimistische houding ten opzichte van de toekomst op nahoudt. Misschien is dat omdat ontwerpers niet alleen met ideeĂ«n bezig zijn, maar die ideeĂ«n ook moeten omzetten in concreet tastbare objecten. Zie je wel, dit kan allemaal gewoon!

Ook Dutch Design Week is optimistisch toekomstvisie: “Ontwerpers bedenken oplossingen, creĂ«ren innovaties, zijn vooruitstrevend, maken zaken tastbaar en functioneel. Ze kijken op een unieke manier naar hun omgeving en de wereld.”
 
Ikzelf ben nogal pessimistisch over de toekomst, gezien de opkomst van het fascisme, extreme klimaatverandering en influencers, maar laat me graag aansteken door het enthousiasme van anderen. Daarom ging ik naar de Graduation Show van Design Academy Eindhoven om jonge, net afgestudeerde ontwerpers, waarvan ik het idee had dat ze best wel met de toekomst bezig waren, te vragen of en hoe optimistisch zij zijn, en waarom dan.

Vivien Vuong
© Jan van Tienen

Vivien Vuong (rechts op de foto) maakte met Collective Breath een soort textiel dat reageert op adem – blaas op een van de drie sensors en het textiel bubbelt en ademt en beweegt. Vivien heeft een optimistische visie over de toekomst, maar er moet volgens haar wel wat gebeuren: “We moeten uit onze bubbels komen,” zegt ze. “Iets als samen ademen is belangrijk. Mijn werk is gebaseerd op Spell of the Sensuous, een steengoed boek van David Abram dat een zoektocht naar ecologie en spiritualiteit combineert. We moeten samenwerken. In oude talen zijn ‘de geest’, ‘de wind’ en ‘adem’ vaak synoniem voor elkaar. Door samen te ademen, komen we weer bij elkaar, denken we samen, vloeien we meer samen. Daar is mijn werk in ieder geval voor bedoeld, en op zo’n toekomst hoop ik dan ook.”

Rosa Dietz
© Jan van Tienen

In Big Vief, het afstudeerproject van Rosa Dietz, staat een fietssafari door Drenthe centraal. De term Big Vief is een verwijzing naar de de Grote Vijf in Afrika: de olifant, neushoorn, buffel, leeuw en het luipaard. Maar in plaats daarvan gaat het over dieren als de Bonte Bentheimer, de Nederlandse Landgeit en de Groninger Blaarkop. “Die Blaarkop is een soort koe, die net zo zeldzaam is als de Chinese Reuzenpanda,” zegt Rosa. “Nederlanders beseffen niet dat heel veel van dat soort prachtige, zeldzame dieren uitsterven omdat ze niet genoeg dingen produceren die nuttig zijn voor de mens. Koeien gaven vroeger 1.000 liter melk per jaar, nu is dat soms wel 12.000 liter. Kippen legden vroeger twaalf eieren per jaar, nu zijn dat er driehonderd.”
 
“Ik kijk vol zorgen naar de toekomst,” zegt ze. “Maar ik geloof er toch in dat als mensen bewust zijn van alternatieven, dat als ze weten dat ze kleinschalig en lokaal moeten inkopen, dat er dan toch iets kan veranderen. En dat is uiteindelijk wat design volgens mij kan doen: mensen bewust maken van dit soort feiten.”

Sem Leutscher
© Jan van Tienen

Ook Sem Leutscher gelooft in een toekomst met minder spullen. Ze maakte vazen die zijn gekleurd met fijnstof en uitstoot van schepen, legt ze uit. “In de zeventiende eeuw waren producten die met verre bootreizen werden getransporteerd zeldzaam en waardevol. Tegenwoordig zijn schepen ongelofelijk vervuilende ondingen,” zegt ze. “Negentig procent van de spulletjes die je hebt zijn hier per schip gekomen. Daarom maakte ik deze vazen, om mensen bewust te maken van het feit dat we veel te veel spullen van elders halen.”
 
Onze toekomst zou er beter van worden als we minder spullen zouden kopen, gaat ze verder. “Ik hou daarom ook niet zo van klassiek design. Het is meer troep er leuk uit laten zien, zodat we nog meer spulletjes kunnen kopen. Terwijl we duurzamere producten nodig hebben.”

Ola KorbaƄska
© Jan van Tienen

“We hebben meer gendergelijkheid nodig. En minder design. Er zijn veel te veel spullen.”

Ola KorbaƄska stond bij haar installatie PURITY IS TEMPORARY. “Voor dit werk liet ik me inspireren door de ‘Black Protest’ in Polen. Dat is gericht tegen de kerk en de regering, die abortus volledig willen afschaffen. Het is waanzin – door die maatregel gaan er vrouwen sterven. Mijn ontwerp bestaat uit een protestactie: met deze dweilen maakte ik plekken schoon waar de macht huist – bij een kerk bijvoorbeeld, of het parlement. Die vieze dweilen gebruikte ik vervolgens om het spandoek achter mij te maken.”
 
Als ik vraag of ze optimistisch is over de toekomst zegt ze dat ze het niet weet. Op de vraag op wat voor toekomst ze hoopt is ze duidelijker: “We hebben meer gendergelijkheid nodig. En minder design. Er zijn veel te veel spullen.”

Don Kwaning
© Jan van Tienen

Don Kwaning (links op de foto) is cum laude afgestudeerd met het projectMedulla. Daarvoor maakte hij verpakkingsmateriaal van de schuimachtige kern van een soort onkruid dat veel voorkomt in Drenthe. Als ik hem vraag naar de toekomst, moet hij een beetje lachen. “Ik weet het niet hoor. Ergens ben ik best wel pessimistisch. Ik heb dit materiaal deels ontwikkeld als reactie op al dat vervuilende verpakkingsmateriaal dat in het milieu rondslingert. Het werk kan een duurzamere, meer circulaire oplossing zijn voor ons verpakkingsprobleem Maar of mijn specifieke oplossing de toekomst gaat redden? Who knows.”
 
Als ik hem vraag waarom de designwereld meestal zo optimistisch overkomt, zegt hij: “Nou, wat ik wel geloof is dat eigenlijk al deze ontwerpers hier in ieder geval streven naar een betere wereld. Ik bedoel, ik ga mijn eigen materiaal doorontwikkelen, kijken wat er straks mee mogelijk is. Designers hier proberen op een nu nog kleine schaal te laten zien wat er mogelijk is, maar wie weet wat er op een dag mee gebeurt.”

Mikaela Steby Stenfalk
© Jan van Tienen

Mikaela Steby Stenfalk maakte werk over influencers in het museum, en hoe dat de kunst beïnvloedt. Als ik vraag hoe optimistisch ze over de toekomst is, vertelt ze over de groter wordende rol van ‘instagrammable art’ in het museum. “Musea en curatoren kijken goed naar welke kunst het meest op Instagram wordt gezet. Dit beïnvloedt zowel de curator, de kunstenaar als uiteindelijk het publiek. En daarmee dus eigenlijk de hele kunstwereld.”
 
Dus hoe ziet ze een betere toekomst voor zich? Een toekomst waarin alle influencers dood zijn? “Haha nee, een toekomst waarin ik curator ben in een mooi museum.”

Arjan Matteo
© Jan van Tienen

Arjan Matteo Das heeft een lamp gemaakt die de magie van een zonsverduistering imiteert. “Vroeger was een zonsverduistering een extreem ingrijpende gebeurtenis, waar mensen niets van begrepen. Door technologie zijn we zoveel verder gekomen en begrijpen we veel meer. Natuurlijk is de toekomst voor een deel fucked. Maar geloof mij: we gaan eruit komen. Ik geloof echt in de mensheid en in hoeverre ze problemen kan oplossen.” Op de vraag hoe hij de toekomst verder ziet, reageert hij extreem opgewekt: “Ik ben net afgestudeerd!”


Door Jan van Tienen, editor at Vice | Creators