Zoeken

Sluit zoeken
Magazine

DDW20 Ambassadeur: Sabine Marcelis

20 October 2020

©Gijs Kast
Lidewij Edelkoort, 's werelds meest toonaangevende trendvoorspeller, internationaal opererende ontwerper Sabine Marcelis, en Sean Carney die verantwoordelijk is voor de Healthcare Transformation Services bij Philips. De drie ambassadeurs van deze DDW-editie representeren precies de breedte van het tegenwoordige ontwerpparadigma.

Vanuit verschillende disciplines en achtergronden benutten ze hun rol om te inspireren, ons anders naar dingen te laten kijken en te benadrukken dat de creativiteit van designers misschien wel meer dan ooit van grote waarde is om oplossingen te bedenken voor maatschappelijke vraagstukken. Sabine Marcelis: “Ik benut mijn rol om een generatie jonge ontwerpers te inspireren. Niet door een ‘Look at me’ manier, maar door te laten zien wat onze oplossing is om binnen een digitale gedreven maatschappij toch een intieme interactie te kunnen ervaren met kunst en design. Dat wil ik delen.”
 
Zo breed als Marcelis’ werk is uitgespreid, van privé-opdrachten tot enorme installaties in samenwerking met architecten, en voor musea, winkels en galeries, is de diversiteit van de ambassadeurs dat ook. “Ik vind het belangrijk dat wij allemaal met een eigen platform de breedte van het vakgebied representeren”, zegt ze, “want het vak is inmiddels ook uitgestrekt - van een baanbrekende, levensreddende pipet om kanker te testen tot het andere einde waar ik me begeef. Ik maak geen wereldveranderende designs, maar kan wel op een meer indirecte esthetische en technische manier emotie oproepen.” Zo voegt ze met haar een ruimtelijke en gelaagde ervaringen poëtische schoonheid toe aan de wereld.
 
Marcelis ontwikkelt werk vanuit een fascinatie en liefde voor glanzende en kostbare materie als marmer, giethars, maar ook neon en glas. Ze speelt met kleur, transparantie, reflectie en de effecten van licht op de gebruikte materialen. Blokken giethars die in haar studio worden gegoten en gepolijst tot perfecte kubussen in subtiele kleuren ogen als uit de kluiten gewassen smakelijke blokken voedsel. Je kunt dat momenteel echter niet fysiek zien en voelen. Want beurzen werden afgelast, shows in galeries gingen niet door. “Niemand kan kunst en design fysiek ervaren en dat is juist waar het in mijn werk om draait”, zegt ze. “Iedereen schakelt naar online waar je eerst dertig wachtwoorden moet invoeren voordat je in een digitale galerie-omgeving bent beland. Die moeite wordt vervolgens niet beloond: de ervaring doet geen recht aan het fysieke werk.”

Sabine Marcelis | Tactility
© ©Sabine Marcelis

Tactiele digitale ervaring

Daarom zocht ze binnen haar Rotterdamse studio voor een oplossing om de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen door tactiliteit te vertalen naar een digitale ervaring en door zo effectief mogelijk te communiceren. Op zoek naar tech partners in samenwerking met Dutch Design Foundation kwam ze terecht bij 5G HUB uit Eindhoven en Dimenco uit Veldhoven. Dimenco heeft een beeldscherm met integrated eyeball en hand tracking gemaakt waardoor je in plaats van dat je zelf rondom een object loopt, het object voor je in 3D laten ronddraaien zonder gebruik van een AR-bril. Deze technologie wordt volgend jaar met een laptopfabrikant uitgebracht zodat je het vanuit eigen huis ook echt kan ervaren. De slimme tool is in coronatijd maar ook in de toekomst een handig middel om te gebruiken als ontwerpvoorstel. Omdat ze het niet fysiek kan laten zien, kun je met het programma op haar website simulaties van haar objecten ronddraaien met je muis. “Aangevuld met materiaalstalen, kleuropties en marmersoorten, kun je visualiseren wat met platte visuals niet lukt. Dat biedt mogelijkheden voor private commissions en potentiële klanten. In plaatst van dat je iets maakt in de hoop dat iemand het koopt, kun je zonder grondstoffen te gebruiken customised werk leveren”, zegt ze.

Communicatie met bewegend beeld

Andere digitale tools zet ze in voor onder andere haar droomproject: een dertig meter hoge kinetische installatie die ze in opdracht voor het atrium, de ingang van een winkelcentrum in Shanghai maakt. Een driedubbele uitdaging noemt ze dat, want ze is er nog nooit geweest, weet dus niet hoe de ruimte eruitziet en kan er nu niet naar toe om wat ze in de studio heeft geproduceerd fysiek te presenteren op locatie. Bovendien spreekt ze de taal niet. “Meer dan ooit moeten we praten met bewegende beelden, we worden digitaal en technisch steeds beter, vooral ook om niet lost in translation te zijn”, zegt ze. “Voor dit project werkt ze bijvoorbeeld met Sketchfab waardoor ze presentaties kan geven in 3D met annotaties in het Chinees. In deze tijd waarin je niet kunt reizen naar China en je je installatie daar moet laten produceren, is vertrouwen in de ander en helderheid in je communicatie veel belangrijker geworden.”
 
Daarnaast onderzoekt de ontwerper in samenwerking met haar Belgische galerie Victor Hunt Gallery nieuwe mogelijkheden om een viertal lichtobjecten - dus geen simulaties of 3D-scans - op afstand te beleven. In hun opslagruimte is een opstelling met haar werken opgebouwd. De DDW-bezoeker kan op de website een tijdslot reserveren en krijgt vervolgens de controle over een aantal camera’s die in de ruimte zijn geplaatst. Zo worden de camera’s tijdelijk jouw ogen en kun je het fysieke werk beleven. Deze techniek zal volgend jaar samen met een laptop-producent op grotere schaal worden gelanceerd.

Elkaar upliften

Met al deze nieuwe mogelijkheden wil Marcelis niet zeggen: ‘look at me’. “Ik wil laten zien dat wij dit nu zo doen. Die ervaring wil ik delen en anderen ermee inspireren. Ik vind het belangrijk dat we niet alleen aan onszelf denken. Het is onze taak als zichtbare ontwerpers met een platform, om de nog niet zichtbare jonge, net afgestudeerde ontwerpers te helpen door kennis te delen, samen te werken, elkaar te upliften. “Ik ben er honderd procent van overtuigd dat hoe genereuzer je bent, hoe meer je terugkrijgt. Zeker nu.”
 
“We missen natuurlijk allemaal de fysieke en sociale ontmoetingen. Ik miste de grappige momenten onderling in de studio toen we thuis werkten, maar nu ik en mijn team inmiddels weer in de studio werken is de communicatie duidelijker en efficiënter geworden. Je hebt niet meer de luxe om over alles te praten, we bedenken ons twee keer voordat we iemand lastigvallen. Het team is verantwoordelijker geworden, maakt meer eigen beslissingen. Ik ben niet de micro-manager die de beslissingen neemt, maar zij zijn een extentie van mijn brain, zoals in een episode van de Britse tv-serie Black Mirror.”
 
Vorig jaar rond deze tijd, zei de kersverse ambassadeur: “Ik zou het jaar graag gebruiken om een grootschalige rondreizende installatie te creëren waarmee ik anderen wil inspireren. Ook wil ik ermee laten zien hoe ik voortdurend nieuwe mogelijkheden binnen productieprocessen ontwikkel en realiseer. Als ambassadeur hoop ik het jaar te gebruiken om dat op een grotere schaal en een hoger niveau te doen.”