Voor Objects of Desire deed Pleun van Dijk grondig onderzoek naar de intieme relatie tussen mens en technologie. Dat vertaalde ze naar een werkmethode die bestaat uit een samenwerking tussen de mens (zij) en technologie (algoritme). “Ik was er zelf aanvankelijk niet eens zo superbewust van, dat techniek en mensen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dat techniek zelfs in ons zit”, zegt ze. “Ik probeer inzichtelijk te maken dat wij bestaan door technologie en dat technologie bestaat door ons. Met de exponentiële snelheid waarmee technologie zich blijft ontwikkelen, zal de dunne scheidslijn tussen mens en technologie nog meer vervagen en op termijn zelfs kunnen verdwijnen”, vermoedt ze. “Dat zal ervoor zorgen dat wat we nu definiëren als menselijk en niet-menselijk, ons confronteert met ethische en fundamentele vragen over wie we zijn en wie we uiteindelijk willen worden.”
Samensmelting mens en technologie
Als speculatief designer en kunstenaar stelt Van Dijk hier vragen over en werkt scenario’s uit waardoor mensen kunnen nadenken over de mogelijke implicaties van dit soort ontwikkelingen. In de wetenschap blijven de geschreven onderzoeken vaak zo abstract, dat het moeilijk is een voorstelling te maken van de consequenties van bepaalde sociale en ethische vraagstukken, meent ze. Daarom vertaalt ze haar onderzoeken naar fysieke, driedimensionale vormen die in dit geval de samensmelting tussen mens en technologie letterlijk belichamen. Iemand noemde wat Van Dijk doet vormfilosofie. Dat vindt ze wel een mooie passende omschrijving. Haar visueel aantrekkelijke ‘talking objects’ of ‘conversation pieces’ creëren weer nieuwe gedachten en maken het makkelijker om te anticiperen op de nieuwe ontwikkelingen nog voordat ze realiteit zijn. “Zo bied ik de kijker niet alleen een ander perspectief op de nieuwe realiteit, maar ook hoop ik een dieper begrip te creëren van de intieme en altijd bestaande relatie tussen mens en technologie”, zegt ze.
Algoritmes en Machine Learning
Voor de eerste fase van haar research heeft Van Dijk het maakproces omgekeerd. Normaal gesproken doet ze eerst diepgaand onderzoek dat gepaard gaat met veel lezen en gesprekken voeren. Ze is echter op een punt aanbeland waarop ze dat durft los te laten omdat ze vertrouwt op haar kennis en ervaring. Uit nieuwsgierigheid heeft ze nu gekeken naar wat er gebeurt als ze intuïtief begint met sculpturen maken. Ze kocht een blok foam en begon in alle vrijheid. Daar zijn 1 grote en 9 kleinere vormen uitgekomen. Vervolgens was het de uitdaging om met verschillende Object Analyse Methods de objecten te interpreteren. Een daarvan is de methode die ze zelf toevoegde: ze laat algoritmes naar haar sculpturen kijken. Het laat zien hoe de objecten een manifestatie zijn van de relatie tussen mens en technologie, specifieker: tussen Van Dijk als maker – haar hand – en de vormen die daaruit voortkomen.
In de tweede fase werkte ze samen met een generatief algoritme om een tweede serie sculpturen te creëren volgens een nieuwe designmethodologie. Eerst cureerde ze een dataset met foto’s van zowel realistische seksspeeltjes die menselijke geslachtsdelen representeren, als abstracte seksspeeltjes. Waarom sex toys? “Het zijn de ultieme objecten om dat schemergebied te duiden omdat er zowel letterlijke kopieën bestaan als abstracte vormen”, legt Van Dijk uit. “Het gaat niet om de sex toys zelf”, zegt ze. “Die vormen slechts een vehikel om de intieme relatie tussen mens en techniek te laten zien en aan te geven hoe zowel objecten menselijk worden en onze lichamen geseksualiseerd worden in objecten.” Vervolgens gebruikte ze een vooraf getraind Machine Learning (ML)-model om een verzameling van duizend nieuwe, niet-bestaande seksspeeltjes te genereren op basis van haar dataset. Daarbij maakt het algoritme de vormen. Bij de laatste stap zijn de gegenereerde beelden terugvertaald naar een fysieke reeks ondefinieerbare, antropomorfe sculpturen. Dit kan in theorie eindeloos doorgaan.
Relevantie van speculatief ontwerp
Van Dijk merkt dat mensen haar soms wat moeilijk kunnen plaatsen. “Speculatief design is nog een niche binnen de designwereld en ik bevind me ook nog eens aan de autonome kant daarvan”, zegt ze. Tot haar tevredenheid ziet ze het vakgebied steeds belangrijker worden. Dat ziet zij terug in de hoeveelheid exposities en in de steeds onderzoeksgerichtere benaderingen tijdens DDW. “Speculatief design is weliswaar een relatief klein specifiek gebied, de manier van denken is relevant voor vele andere vakgebieden. Door te speculeren over de toekomst krijgen we een nieuw perspectief op het nu en dus op de ethische vraagstukken die vandaag de dag relevant zijn”, meent ze. “De mens is meer dan welke andere levensvorm dan ook, in staat vooruit te denken. En toch vinden we het moeilijk om verder te kijken dan ons eigen leven en na te denken over de impact van onze keuzes op de volgende generaties. Ik probeer een bijdrage te leveren aan de dialoog zodat we langetermijnvisies kunnen ontwikkelen wat betreft de toekomst van de mens. Dat gaat zowel over de evolutie, de voortplanting en de versmelting van mens en technologie, als de dominante positie die we innemen in het huidige ecosysteem.”