“Ontwerpen is voor mij onderzoeken. Ik vertrek altijd vanuit een fascinatie voor hoe iets werkt en probeer daar functies aan toe te voegen. Een raam vangt niet alleen licht, maar kan ook energie opbrengen.” Solar designer Marjan van Aubel (37) ziet zonne-energie als materiaal en denkt na over hoe ze die in het dagelijks leven kan toepassen: “Ik maak dingen die zelfvoorzienend zijn. Dat begint voor mij telkens bij de vraag hoe iets natuurkundig werkt. Wat doet licht, welke kleur werkt het beste op een bepaalde plek? Ik maak steeds de combinatie tussen esthetiek en functionaliteit. Oranje werkt bijvoorbeeld binnenshuis heel goed en vind ik toevallig ook een mooie kleur.”
“Ik probeer weg te bewegen van wat we al kennen. Blauw is traditioneel de kleur van zonnepanelen en die hebben een beetje een technisch imago. En dat is jammer, want het gaat over energie en dat is iets heel wezenlijks wat almaar dringender wordt om goed te gebruiken. Ik probeer een best gecompliceerd verhaal begrijpelijk te maken door het dichterbij te brengen en mensen te betrekken bij wat ik ontwerp.”
Ontwerp dat in beweging brengt
“Ontwerp is voor mij geslaagd als het mensen in beweging brengt. Ik kijk eerst wat ik met het materiaal kan, de vorm volgt daarna. Er is altijd weer iets nieuws te ontdekken. Kijk bijvoorbeeld naar planten, die vind ik superfascinerend. Ik ontwierp een kas met doorzichtig glas en speelde daarin met rood, blauw en rozig licht, wat een mooi effect gaf, maar planten ook beter liet groeien. In het begin was ik als ontwerper met veel verschillende dingen bezig en ik weet nog goed dat ik op een bepaald moment dacht: ‘ik wil niet nog meer spullen aan de wereld toevoegen die voornamelijk bij musea of rijke mensen terechtkomen. Daardoor ben ik anders gaan ontwerpen.”
“Sunne is bijvoorbeeld een lamp die je voor het raam hangt zodat hij ook energie opbrengt en die inmiddels heel veel mensen in huis hebben. Het mooiste vind ik dat zo’n object haast een levend ding wordt voor mensen, waar ze voor willen zorgen en een band mee voelen. Ik krijg dan terug dat ze erachter komen dat als ze hem ’s middags ergens anders ophangen, hij nog meer energie opbrengt. Ze gaan ermee spelen en ontdekken zo hoe solar energie werkt, ook dingen die ik van tevoren niet had bedacht. Dan voel ik me dankbaar dat solar design een waardevolle rol kan spelen in de energietransitie. Als je ervaart hoe solar werkt, ga je misschien ook anders kijken naar bijvoorbeeld zonneparken op zee.”
‘Ik ben heel optimistisch. Anders zou ik nooit kunnen maken wat ik maak. Als anderen iets te ingewikkeld of ambitieus vinden, geeft mij dat juist extra drive’
Marjan van Aubel, ambassadeur DDW22
“We willen van een product of object veel verschillende dingen: het moet efficiënt werken, goed te produceren zijn en er mooi uitzien. En dan is ook van alles wat niet kan. Tussen die kaders laveer ik als ontwerper, waarbij voor mij geldt: hoe meer restricties, des te beter een ontwerp vaak wordt. Ik ben heel optimistisch, anders zou ik nooit kunnen maken wat ik maak. Ik krijg regelmatig de vraag waarom ik iets zou doen of de opmerking dat een idee wel heel ingewikkeld is. Dat geeft mij juist extra drive. Een goed voorbeeld daarvan is de Solar Biënnale, die ik samen met modeontwerper Pauline van Dongen dit jaar voor het eerst organiseerde. Mensen vonden ons plan te ambitieus, maar uiteindelijk hebben we zelfs nog meer gedaan dan we vooraf bedacht hadden.”
Back to the future
“Ik wil als ambassadeur DDW solar design als een discipline laten zien en anderen inspireren om dat te integreren in alles wat we ontwerpen. Daar zijn we tijdens de Solar Biënnale al heel specifiek mee begonnen. Ik laat verschillende technieken zien en kijk zowel naar de geschiedenis als de toekomst. Hoe ontwierpen we vroeger met de zon? Bijvoorbeeld door een huis op een bepaalde manier te positioneren. Dat zijn we een beetje kwijtgeraakt. Ik kijk ook naar andere ontwerpers en hoe zij al grote stappen zetten naar een toekomst waarin we dat weer omarmen, zoals Hella Jongerius en Lightyear One. In mijn boek Solar Future diep ik dat uit.”
Solar Pavillion op DDW22
“Samen met V8 architecten schets ik tijdens DDW22 in het Solar Pavillion een nieuw perspectief op zonne-energie. Het paviljoen bestaat uit een doek op vier palen, dat bekleed is met gekleurde zonnecellen. Je stapt in een soort pastelkleurige wereld, waar je die energie kunt beleven en verkennen. Ga bijvoorbeeld eens op de grote spiegelbank liggen, waardoor je kunt zien hoe het werkt en tegelijkertijd lekker kunt opwarmen door de infraroodpanelen.”
Sunne Experience
“In het Klokgebouw komt een grote versie van de Sunne Experience, begeleid door een soundscape. Dat is een lamp met drie standen: zonsopgang, zonsondergang en zonlicht. Als je erdoor loopt, ervaar je die verschillende werelden. Ondertussen hoor je het geluid van de zon, in de vorm van een muziekstuk dat we op basis van geluidsfragmenten van de NASA hebben laten componeren. Sunne is vorig jaar begonnen als een Kickstarter-project en dit jaar tijdens de DDW lanceren we dit nieuwe design label, met nieuwe solar design producten.”
‘We moeten af van kortetermijndenken en snel terugverdienen. Weet je wel hoeveel een overstroming kost?'
Marjan van Aubel, ambassadeur DDW22
“Dutch Design Foundation is ook partner van de Solar Biënnale en dat is zo’n duidelijke ondersteuning van de missie om voor de toekomst te ontwerpen. Dat kathedraaldenken delen we heel erg. Dat is best ingewikkeld, want het gaat eigenlijk altijd over systemen herzien. Daarvoor moet je groter kijken en samenwerken met andere industrieën en partijen. Ik kan nooit iets alleen maken. Als ik zonnepanelen achter een raam wil zetten, dan begint dat bij TNO."
"Soms vind ik iets heel vanzelfsprekend, maar denkt de sector daar nog anders over. Toen ik een paar jaar geleden Power Plant ontwierp heb ik met universiteiten en zo’n beetje elke tuinder die ik kon vinden gesproken. Voor mij was het heel logisch om kassen te bekleden met doorzichtige zonnecellen. Maar voor hen was één procent minder licht, één procent minder opbrengst in de kas. Inmiddels zou daar alweer anders op gereageerd worden, maar we denken vaak nog te veel in korte termijn. Alleen in Nederland krijg ik bijna altijd de vraag: wat kost dat? Terwijl ik dan denk: weet je wel hoeveel een overstroming kost?”
Groots denken
“We moeten echt anders denken, minder gericht op de korte termijn en snel terugverdienen. Recycling is natuurlijk heel mooi, maar ik hoop dat er in de toekomst écht geen afval meer is. Dat betekent dat we nu al moeten nadenken over wat iets over honderd jaar betekent. Dat groots denken heb ik in Londen geleerd, waar ik lang heb gewoond. DDW is ook zo’n plek waar ik die manier van denken vind: het is heel open en bezig met de toekomst. Het is een plek waar letterlijk en figuurlijk heel veel energie samenkomt. Energie wordt tenslotte ook door mensen gecreëerd en het feit dat we daar elk jaar samenkomen en nieuwe ideeën, mensen en verbindingen maken vind ik heel fijn en hoopvol.”
“Ontwerp is zo goed in niet alleen een verhaal vertellen, maar het ook laten ervaren. Daardoor wordt de urgentie nog duidelijker en kun je voelen dat we echt in verandering zijn. Dat zie ik ook terug in veel meer samenwerking en collectieven in het ontwerpveld. Ik vind het sowieso belangrijk om het begrip solar design te stimuleren en andere ontwerpers te helpen om dat verder te ontwikkelen, zeker de jonge generatie. We hebben voor DDW een podcast opgenomen met Fides Lapidaire, die met haar Shitshow expo naast het Solar Pavillion op het Ketelhuisplein staat. Dat zijn mooie verbindingen.”
Maak je klaar
“Get Set wil voor mij zeggen: maak je klaar. Iets waar ik nog absoluut niet klaar voor ben, is klimaatverandering. Maar dat is niemand en tegelijkertijd zitten we er wel middenin: het is allang begonnen. Dat is een lastig besef. We praten helaas al over klimaatadaptatie: hoe gaan we ermee leven? Daar moeten we ons klaar voor maken, want als mensen zijn we in staat om verandering zelf aan te gaan. Technisch is alles mogelijk; het is onze mentaliteit die het verschil moet maken. Laten we alle energie die we in DDW stoppen vertalen naar een energie en opbrengst die we normaal alleen in tijden van crisis aanspreken: naar daadkracht en gezamenlijke actie.”