What if... de ontmanteling van een windmolenpark een goudmijn aan grondstoffen wordt?

Windturbines in een windpark hebben een operationele levensduur van dertig jaar. Maar wat doen we hierna met de ontmantelde onderdelen van deze windturbines? Thomas Hjort van Vattenfall in Denemarken is een zeer gepassioneerde en bij de groene energietransitie betrokken directeur Innovatie Offshore Wind. “De technische expertise hebben we in huis”, zegt de zelf als ingenieur opgeleide Hjort, “maar voor een andere invalshoek zoeken we juist de creatieve denkkracht, de input van sparringpartners die alle vrijheid krijgen om inspirerende ideeën aan te dragen waar wij niet op zouden zijn gekomen.”

Zo breekt Vattenfall met wat het doorgaans doet en dat vormt de start van een inhoudelijke samenwerking met DDF in het What if Lab. Dat het energiebedrijf hier terecht kwam is omdat er nergens voor zover Hjort weet, vergelijkbare programma’s bestaan waarin de innovatie teams van Vattenfall samen met creatieve ontwerpkrachten nieuwe wegen kunnen ontdekken en belangrijke vraagstukken kunnen aanpakken op weg naar een energietransitie en een duurzame toekomst. 

Naarmate de ontwikkeling naar een energieneutraal systeem vordert, neemt de vraag naar fossielvrije elektriciteit toe. Om op een duurzame wijze aan deze groeiende behoefte aan energie te voldoen, is de inzet van windturbines cruciaal. De windturbines die aan het einde van hun leven zijn gekomen, worden de komende jaren talrijker. Ze kunnen technisch gezien worden gerecycled door ze te ontmantelen in hun oorspronkelijke materiaalcomponenten, zodat de onderdelen kunnen worden hergebruik. “Maar hoewel recyclen een stap in de goede richting is, vraagt dit ook veel energie”, erkennen Hjort en zijn innovatieteam. “Wij denken dat er onbenut potentieel schuilt in het direct hergebruiken van die onderdelen. We doen al best veel, maar het kan beter èn creatiever,” is zijn overtuiging. Daar komen de ontwerpers om de hoek kijken: zij worden uitgedaagd scenario’s te ontwikkelen die de windturbines een tweede leven bieden dat gemaximaliseerd wordt met minimale energie-input, waardoor een duurzame en zuinige circulaire economie ontstaat. Te beginnen met de tachtig windturbines in een klein windpark in Denemarken, die toe zijn aan een nieuw, tweede leven. 

Zo wil Vattenfall gezamenlijk bijdragen aan een toekomst waarin iedereen fossielvrij kan leven, reizen, transporteren en produceren. Het bedrijf heeft de ambitie om bij de productie van elektriciteit of warmte, in 2040 geen gebruik te maken van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie, aardgas of turf, of van brandstoffen afkomstig van fossiele brandstoffen. “Dit zijn niet slechts woorden, maar dit is echt onze business strategie. gaat verder dan alleen onze eigen energie en warmteproductie, hierin investeren we ook in samenwerking met andere sectoren en industrieën”, zegt hij. Zo dragen onze samenwerkingen in  e-mobility en waterstof als brandstof bij aan fossielvrij reizen en transport en in  bouwmaterialen als fossielvrij staal en cement en aluminium met bijna-nul uitstoot, bij aan het fossielvrij produceren. 

Een tipje van de sluier van de toekomstscenario’s die uit de breinen van creatieven in het What If lab ontspruiten, wordt opgelicht op de kick-off in het Microlab tijdens Dutch Design Week.