Diez: "Mijn werk wordt gedreven door nieuwsgierigheid naar dingen die er toe doen in het dagelijks leven van mensen. Diepgaand onderzoek, technische expertise en een gevoel voor oude én innovatieve materialen vormen de basis voor mijn experimentele benadering van innovatief productontwerp. Ik zoek naar eenvoud in de oplossingen zonder originaliteit te verliezen. Daarnaast volgt al mijn werk strikt de principes van een circulaire economie."
"BOA wordt bijvoorbeeld gemaakt van minimaal 75% gerecycled materiaal en heeft daardoor een CO2-voetafdruk die bijna 10 keer kleiner is dan het wereldwijde primaire gemiddelde voor aluminium. AYNO en COSTUME zijn twee andere geweldige voorbeelden van producten die zijn gemaakt om uit elkaar te worden gehaald en weer in elkaar te worden gezet om vele malen te worden gebruikt voordat ze uiteindelijk worden gerecycled. Dit zijn allemaal producten die laten zien dat er geen tegenstelling is tussen een goed en duurzaam ontwerp. Ontwerpen voor een circulaire economie betekent niet per se dat we ergens vanaf moeten zien, maar eerder dat we producten misschien een beetje anders moeten bedenken en bouwen."
"Er is geen contradictie tussen goed en duurzaam ontwerpen. Ontwerpen voor een circulaire economie betekent niet per se dat we ergens vanaf moeten zien, maar eerder dat we producten misschien een beetje anders moeten denken en bouwen."
"Lesgeven geeft me de kans om op mijn eigen ontwerpfilosofie te reflecteren en kennis door te geven aan de volgende generatie ontwerpers. Het bijzondere aan het werken met studenten is dat ik erg goed moet nadenken over mijn eigen acties. Er is een verschil tussen het gevoel hebben dat ik iets goed doe en kunnen uitleggen waarom ik iets doe zoals ik het doe. Onze studio ontwerpt producten die morgen klaar zijn voor de markt - de studenten kunnen in plaats daarvan tien jaar in de toekomst denken, deze verandering van perspectief is een belangrijke verrijking!”
"De volgende generatie heeft nieuwsgierigheid nodig en vragen blijven stellen over de wereld om hen heen. Het is belangrijk dat ze bestaande normen en aannames in twijfel trekken en nadenken over de impact van hun ontwerp. Bij het verleggen van grenzen in design gaat het niet alleen om innovatie omwille van de innovatie zelf, maar ook om het oplossen van echte problemen en het verbeteren van de levens van mensen. Door creativiteit, empathie en een toewijding aan positieve verandering te combineren, kan de volgende generatie ontwerpers een belangrijke bijdrage leveren aan het vakgebied en de samenleving als geheel."
"Door creativiteit, empathie en inzet voor positieve verandering te combineren, kan de volgende generatie ontwerpers een belangrijke bijdrage leveren aan het vakgebied en de samenleving als geheel."
"Ik zie de sleutels voor dit proces in een interdisciplinaire samenwerking. We moeten over traditionele grenzen heen kunnen denken en prioriteit geven aan milieuverantwoorde praktijken, materialen en productiemethoden. Zo kunnen we mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering en grondstoffenschaarste aanpakken, door risico's te nemen en mislukkingen te omarmen als leerproces. Last but not least probeer ik mijn studenten altijd te motiveren om te ontwerpen met een duidelijk doel voor ogen - om de maatschappelijke en milieueffecten van je werk in overweging te nemen en ernaar te streven ontwerpen te maken die een positieve bijdrage leveren aan de wereld. "
"In de afgelopen jaren heeft het systeem van de wereld een diepe schok ondergaan als gevolg van sociale, gezondheids-, economische en milieucrises. Ontwerp als praktijk reageert op en beïnvloedt de wereld om ons heen. Wat ooit lineair was, wordt circulair, nieuwigheid moet worden vervangen door duurzaamheid. Ik denk dat de transformatie naar een circulaire economie een van de belangrijkste missies voor ontwerpers is. Als ontwerpers hebben we een sleutelrol in het bevorderen van de circulaire economie, omdat we in contact staan met vrijwel iedereen die betrokken is bij het maken van een product, en we kunnen deze positie gebruiken om positieve verandering teweeg te brengen in de manier waarop producten worden gemaakt, gebruikt en teruggebracht in een circulair systeem."
"Als ontwerpers hebben we een sleutelrol in het bevorderen van de circulaire economie, omdat we in contact staan met vrijwel iedereen die betrokken is bij het maken van een product. We kunnen deze positie gebruiken om positieve verandering teweeg te brengen in de manier waarop producten worden gemaakt, gebruikt en teruggebracht in een circulair systeem."
"Het is moeilijk om te weten of je geslaagd bent of niet, maar als een gebruiker een product dat ik heb ontworpen genoeg waardeert om het jarenlang te houden, dat ze het verzorgen en repareren, dat het product iets voor hen betekent en ze het daarom blijven gebruiken, is dat voor mij het meest lonend als het gaat om het creëren van succesvolle producten voor een circulaire economie. Natuurlijk moet een product lang meegaan en recyclebaar zijn, maar het moet ook een product zijn dat mensen echt lang willen gebruiken."
"Awards en erkenning op het gebied van design kunnen de visie van een ontwerper vormgeven door hun werk te valideren en hen te stimuleren om te blijven innoveren. We hebben het geluk gehad dat we een aantal van de belangrijkste hebben mogen ontvangen, vorig jaar bijvoorbeeld de `Royal Designers of Industry` (RDI) - jaarlijks uitgereikt, het is de hoogste onderscheiding in het Verenigd Koninkrijk voor ontwerpers die wordt gegeven als erkenning voor aanhoudende uitmuntende vormgeving, werk van esthetische waarde en aanzienlijke voordelen voor de samenleving. Uitgenodigd worden voor de ceremonie in Londen en deze ongelooflijke erkenning ontvangen naast collega's als Anab Jain, Andrea Trimarchi en Simone Farresin (Formafantasma) en Francis Kéré is een onbeschrijfelijke eer."
"Ik vind het moeilijk om één veelbelovend jong talent te noemen. Als ik alleen al kijk naar mijn studenten in Wenen, dan zijn dat allemaal jonge aspirant-ontwerpers met een unieke kijk op de wereld en op de designwereld. Neem bijvoorbeeld Design in Gesellschaft (DING), een collectief van 13 ontwerpers, van wie sommigen zijn afgestudeerd in mijn klas. Ze hebben hun eigen merken, maar werken samen in een collectief en bieden een toekomstgericht tegenmodel voor het inmiddels achterhaalde concept van auteurs ontwerp. Door zowel als collectief als met hun eigen merken op te treden, krijgen ze bredere toegang tot projecten en tot de industrie. In plaats van 13 onemanshows is er een "wij" dat anders kan schalen, presteren en aanbieden. Ze kunnen snel en gemakkelijk allianties vormen met andere leden en hun middelen en expertise in hun werk integreren."
"Wat het voor mij betekent om een eerste generatie DDW beacon te zijn? Ik volg de Nederlandse designscene altijd. Hoewel het land relatief klein is, heeft het een levendige ontwerp gemeenschap - ik weet nog dat ik de eerste Droog-tentoonstellingen in Milaan zag, Design Academy is altijd een benchmark geweest..."
---
Op zondag 22 oktober organiseerde Dutch Design Week een intieme ontbijtdiscussie over de 'rol van retail in een circulaire meubelketen', onder leiding van DDW beacon en circulair ontwerppionier Stefan Diez.
Onder de genodigden bevonden zich ontwerpers, meubelmerken, materiaal- en systeemexperts en een architect die gespecialiseerd is in hergebruik van materialen. De deelnemers benadrukten de complexiteit waarmee design te maken heeft bij het navigeren door diepgewortelde, lineaire retailsystemen. Ze suggereerden dat er behoefte is aan systemische verandering waarbij ontwerpers, makers en consumenten betrokken zijn. Uitdagingen die moeten worden aangepakt zijn bijvoorbeeld: de noodzaak om contractmodellen van ontwerpers te updaten om circulair ontwerpen te stimuleren tot het belang van het communiceren van de demontage van goederen aan de gebruiker.
Deelnemers vroegen zich af hoe lokale retailers kunnen helpen bij het 'sluiten van de kringloop' en of er een ondersteunende infrastructuur nodig is om de introductie van circulaire goederen te begeleiden. Uiteindelijk werd gesteld dat een holistische benadering van beleidsmakers, ontwerpers en eindgebruikers essentieel is voor het bevorderen van verandering, met de noodzaak om dit gesprek uit te breiden tot buiten de ontwerpgemeenschap. Na zijn bezoek aan Dutch Design Week benadrukte Stefan Diez zelf dat hij verwacht dat de Nederlanders het voortouw nemen om deze discussie naar praktische volgende stappen te leiden.
* Waar Dutch Design Week (DDW) tot en met vorig jaar elk jaar twee of drie ambassadeurs aanwees, onderzoeken we nu een andere vorm. Dutch Design Week vraagt dit jaar drie ontwerpers om te fungeren als beacons. Toonaangevende ontwerpers, voorlopers in hun vakgebied. Deze pioniers vormen een soort bakens in de woelige wereld van ontwerp en worden gezien als richtinggevend voor collega-ontwerpers, partners en bezoekers van DDW.
Het is de ambitie om vanuit de kennis, ervaring en expertise van deze beacons te bouwen aan verdieping en dialoog binnen het ontwerpveld. Dit jaar onderzoeken we samen welke vorm(en) dit kan aannemen, wat hopelijk resulteert in een waardevolle, duurzame verbinding.