Zoeken

Sluit zoeken
Updates

Wat kan mijn moeder hiermee?

05 December 2023

Speculatieve ontwerpen worden grijpbaar gemaakt, in doodgewone winkelstraattaal.

James Dyer en Nick Deakin zijn als duo een van de vijf Creative Voices die dit jaar zijn geselecteerd om vanuit hun eigen, unieke perspectief zowel een preview als een review te schrijven op Dutch Design Week 2023 (DDW23). Via een Open Call zijn internationaal creatieven uitgenodigd om te reflecteren op actuele kwesties en de rol die ontwerpers daarin spelen. De programmalijnen die James en Nick gevraagd zijn te onderzoeken voor hun review van DDW23 zijn het Speculative & Social Design-perspectief en de Creating our Living Environment-missie. In Wat kan mijn moeder hiermee (oorspronkelijke titel: What’s in it for my Mother, red.), volgen we Nick en James terwijl ze zich onderdompelen in DDW23.

Residency for the People hangt als een soort appendix aan de Catharinakerk in Eindhoven. Het is een soort-van-kunstruimte, althans zo omschrijft oprichter Lucas Maassen het: “We zijn een soort-van-kunstruimte en een bar, dat is hoe we ons inbedden in de samenleving.” Overdag wordt de knusse centrale ruimte verlicht door ramen die op straat uitkijken, voorzien van gordijnen in café-stijl. ‘s Avonds schijnt er het zachte licht van kaarsen en een paar plafondlampen. Bistrostoelen schurken gezellig tegen de muren en houten krukjes omzomen de tafels. Een lange metalen toonbank doet dienst als bar. Ik bestel een biertje en loop naar buiten. Anders dan de wat frivole uitstraling misschien doet vermoeden, is deze plek al jaren verbonden met de designscene van Eindhoven. Dit jaar is New Store hier geland, een door het Nieuwe Instituut geïnitieerd project.

Dit is de eerste editie van New Store. Het is volgend jaar ook te zien op de Salone in Milaan en zal later een permanent onderkomen krijgen in Rotterdam. Het project begon afgelopen mei met een Open Call voor ontwerpers. Gezien de henzelf gekozen positie binnen de nieuwe programmalijnen van DDW, namelijk: Speculative & Social design, is het opvallend dat de Open Call specifiek zocht naar ‘producten’ met de capaciteit om te ‘functioneren’ in de winkel. Er is een significant verschil tussen enerzijds speculatieve producten die functioneren en anderzijds speculatieve objecten die worden tentoongesteld om een bepaalde functie of mogelijkheid te verbeelden. In het eerste geval is er sprake van een proto-real-world tastbaarheid, terwijl in het tweede geval de ontwerpen zich vaak wat stijfjes gedragen, en meer fungeren als rekwisieten om te provoceren; een zinvolle en bruikbare kloof in speculatieve ontwerpmethoden.

"De dunne sluier van urgentie is weggetrokken en daar komt iets vanzelfsprekends onder vandaan"

"Ik denk dat het komt door de low-profile, high locality van het werk", vertelt een verlichte - zij het wat aangeschoten - bezoekster me, nadat ik die ‘kloof’ aan haar heb beschreven. Samen met een paar dozijn andere design-enthousiastelingen zitten we onder een luifel aan de achterkant van Lucas’ bar; het is zo druk dat ik geen idee krijg van New Store. Chardonnay in de ene hand, zet ze een gebreide muts op,steekt een vochtige sigaret op aan een kaars en vervolgt: “Dit jaar is de dunne sluier van urgentie weggetrokken en daaronder zien we iets vanzelfsprekends vandaan komen. Daar zit kwetsbaarheid in.” Ik vertrek voor een drankje elders en houd haar woorden in gedachten als ik de volgende dag de Graduation Show bezoek.   

De afgestudeerden presenteren dit jaar in de ruw gestripte winkelunits van winkelcentrum Heuvel. Bij binnenkomst betreed ik een lichte, ronde ruimte, verdeeld over twee niveaus die verbonden zijn door een paar roltrappen met daarboven een groezelige glazen koepel. De hele ruimte ademt een alledaagse vertrouwdheid. De tegelvloeren, jarenlang gepolijst door de voetstappen van winkelend publiek, weerspiegelen het glazen gewelf dat de hele loopbrug overspant; het lijkt wel een vervalsing van de Great Exhibition. Als je methodisch in- en uit de herbestemde winkelunits loopt, is het duidelijk dat het geëxposeerde werk een precaire menselijkheid heeft, veel meer dan in voorgaande jaren. Gedenkwaardige projecten als Sea Yourself at Home, Intangible Performance en Content Nausea laten een zachtaardige en quasi-absurdistische charme zien, niet gehuld in overdreven design-denken. In plaats daarvan tref ik een bijna poëtische, emotionele geletterdheid aan. Ik hoop die ook terug te zien bij New Store en verlaat de Heuvel om opnieuw bij Lucas te kijken.

“New Store geeft zonder tamtam een alternatieve context aan speculatieve ontwerpprojecten”

In het sobere middaglicht zie ik duidelijker wat New Store te bieden heeft. Piss Soap neemt potjes urine van klanten en maakt daaruit - in combinatie met gebruikte bakolie en andere dingen - stukken zeep, Black Marble vraagt klanten of ze met hun eigen energie willen bijdragen aan lichtbronnen in gemeenschappelijke ruimtes (of niet) en From Ship to Shop  biedt eters de keuze uit schijnbaar identieke visproducten, maar van heel verschillende bronnen. Zonder tamtam geeft New Store een alternatieve context aan speculatieve ontwerpprojecten die je normaal gesproken tegenkomt in tijdschriften, op blogs of in tentoonstellingen vol vitrines. In plaats daarvan presenteren deze projecten zich op detailhandel-schaal, en is wat New Store verkoopt iets interessant banaals. Ze hebben het alledaagse veranderd in iets radicaals; plassen, verlichting en eten kopen zijn (en waren altijd al) iets tegenstrijdigs in het dagelijks leven. New Store is als zodanig een kritische handelsplaats, die ongewone vormen van uitwisseling aanbiedt. Het is een plek waar het werk van een ontwerper in actie is, in plaats van dat het tentoongesteld wordt (eerder Relational Aesthetics uit de jaren ‘90 dan Happenings uit de jaren ‘60). Het idee, zo lijkt het, is het speculatief heruitvinden van triviaal consumentisme en courante middelen. Ze mikken erop dit te bereiken via van iets dat ook wel ‘regeneratief design’ wordt genoemd. (Zie ook de projecten van dit jaar: regeneratieve ruïnes, kasten en gebouwen).

Regeneratief ontwerp onderhoudt nauwe banden met groen, eco en duurzaam ontwerp, maar richt zich specifiek op de levende onderlinge verbondenheid van ontwerp in de breedste zin van het woord. Het is dan ook een ontwerpconcept waarover weinig consensus bestaat, zowel in de definitie als in het gebruik ervan. Maar het maakt niet zoveel uit wat regeneratief ontwerp betekent, interessanter is wat het mogelijk maakt. New Store pikt onbeschaamd woorden terug die door de meeste kritische ontwerpers als vuile kapitalistische prietpraat worden gezien, om ze nieuw leven in te blazen. Bij New Store worden woorden als consumptie en product en detailhandel onproblematisch en zonder aanhalingstekens gebruikt. Het prijzenswaardige resultaat is dat speculatieve ontwerpen grijpbaar worden gemaakt, in doodgewone winkelstraattaal.

“Ik probeer het al bestaande realisme in ontwerpen te vinden”

Het is zaterdag, vroeg in de avond, en ik heb Lucas in het nauw gedreven. Hij is een ondeugende ontwerper en staat wantrouwig tegenover opdringerige betogen en sluwe designpraatjes. Het duurt een paar biertjes om een beetje in het gesprek te komen. Uiteindelijk vertel ik hem dat New Store oprecht, geaard, kwetsbaar en een tikje ongemakkelijk aanvoelt. Hij is enthousiast, maar ook een beetje sceptisch. Ik denk dat ik het design realisme zou noemen, zeg ik hem. Voordat ik meer kan zeggen, onderbreekt hij me. Wijzend met dezelfde wijsvinger die ook een sigaret omklemt, tekent hij een gemankeerd diagram in de lucht van een oplopende trap (zoiets als het werk van Dan Eames). "Je intellectualiseert het realisme", zegt hij, "je zoekt het hierboven", en wijst naar de bovenkant van de onzichtbare trap, "terwijl het eigenlijk hier beneden is"; hij wijst nu naar de onderkant van de trap en neemt een snelle hijs van zijn sigaret. Ik benadruk dat ik het reeds bestaande realisme probeer te vinden in ontwerpen, vooral in ontwerpen die onze leefomgeving - Creating our Living Environment - bekritiseren en creëren. Ik probeer niets te overstijgen! Ik wil die oneigenlijke afstand tussen het echte en het ideale dichten, om dat wat afwezig is juist van die trap áf te trappen en het aanwezig te maken! Zie het als pissen in de fontein van Duchamp. "Ik ben geïnteresseerd", zegt Lucas, terwijl hij naar een andere tafel gaat. “Kom morgenochtend om 11 uur terug.”

Het is 7 uur 's ochtends de volgende dag. Door een opening ter grootte van een bierdopje, blik ik loensend terug op mijn herinneringen aan de conversatie van gisteravond. Ik kom er nog nergens mee. Lodderig ga ik in de stromende regen terug naar Lucas, flarden slecht geschreven notities op zak.

Lucas verwelkomt me met een glimlach en een koffie, we nemen plaats aan een rustig tafeltje in de hoek. "Dat realistische designgedoe, ik vind het leuk dat je er zo gepassioneerd over bent en ik zie ook hoe New Store in dat kader past, maar ik vraag me af wat je wilt cultiveren en voor wie? Vergeet ontwerpers even… wat heeft mijn moeder hieraan, weet je? Waarschijnlijk niet veel, toch?" 

Defensief leg ik Lucas uit dat ik juist verschil probeer te cultiveren, dat ik wil dat de veelheid aan ervaringen van ontwerpen wordt erkend en verwoord door de mensen die deze ervaringen hebben, niet alleen door ontwerpers. Als het werk echt is, en echt bestaat in de wereld, dan is dat bestaan op zichzelf al radicaal tegenstrijdig, omdat het heel ingewikkeld en heel dynamisch is om deel uit te maken van onze leefomgeving. Ik denk dat dit in zekere zin is wat New Store probeert te bereiken met het regeneratieve ontwerp; ze willen een gevoel van radicale socio-ecologische verantwoordelijkheid oproepen, als een soort creatief zelfbewustzijn. Maar volgens mij zijn we het er allemaal allang over eens dat niemand zomaar iets zou moeten maken en het vervolgens gewoon neerplempen. Ontwerper Anthony Dunn citeert graag sciencefictionauteur Frederik Pohl over iets soortgelijks, hij zegt: een goede sciencefictionschrijver vindt niet alleen de auto uit, maar ook de file. Dit is wat ze doen bij New Store, ze hebben hun ogen gericht op de file terwijl iedereen zich vergaapt aan de auto. Het eigenlijke probleem is dat de manier waarop het wordt geformuleerd - als ‘regeneratief ontwerp’ - gemakkelijk verkeerd kan worden geïnterpreteerd als iets veel te ordelijks, te procedureel, te geneigd naar schematisch en (in negatieve zin) logisch. Het gebeurt niet vaak dat we een gevoel krijgen van emotionele onderbuik-complexiteit in deze meer op onderzoek gebaseerde ontwerpprojecten. En New Store staat echt op het punt om dat te worden. Lucas reageert niet. Ik realiseer me dat ik de hele tijd naar de restjes van mijn koffie heb zitten staren. Ik kijk hem over de tafel heen aan.

"Ik denk dat als dingen op de juiste manier ingewikkeld zijn, ze veel begrijpelijker kunnen zijn"

"Ik hou van eenvoudige dingen", zegt hij, "en dit is ingewikkeld. Als het ingewikkeld is, is het moeilijk te begrijpen en voelt het afgesloten, vooral voor gewone mensen." 

Daar ben ik het niet mee eens, ik denk dat als dingen op de juiste manier ingewikkeld zijn, ze dingen begrijpelijker kunnen maken. Zoals wanneer je een metafoor gebruikt om iets te beschrijven; je maakt iets niet simpeler door iets te vergelijken met iets anders dat het niet is. Wat je doet is het veel ingewikkelder maken, maar in hetzelfde gebaar maak je het ook begrijpelijker. Dit is een zeldzame vorm van poëtisch denken in design. Vroeger vond ik dit soort denken altijd terug in speculatief design, maar de laatste jaren is die poëzie ver te zoeken.

Denk aan design exposities: een schijnbaar eindeloze carrousel van zorgvuldig gepresenteerde monsters van gras, hooi, zand, modder, mycelium, enzovoort, vergezeld van verschillende technische modellen en mockups die laten zien waar de materialen (speculatief) in gesynthetiseerd zouden kunnen worden. Hardgekookte abstracties, die vaak worden gemaakt om enorme problemen te vereenvoudigen, zoals klimaatverandering, opwarming van de aarde, uitputting van grondstoffen, lokale duurzame ambachten, en zo verder. Het is belangrijk werk, maar na een tijdje werkt het afstompend; we beginnen de kaart als het ware te verwarren met het gebied. Vergelijk dit met TIMELESSTIME, de uiterst verontrustende voorstelling van Maison the Faux. Hier is de modder, het zand, het hooi niet verstild in petrischaaltjes, er wordt tegenaan geschopt door naaldhakken en uit leren korsetten geslingerd. De ervaringen van het publiek in TIMELESS hebben een diepe ernst. Het is zowel angstaanjagend als verleidelijk - zou er niet meer van dit mogelijk zijn in speculatieve ontwerpen? "Ik heb het kort met mijn zoons gezien", reageert Lucas. "Er zit ook realisme in, ook al is het duidelijk fictie en is de vorm theatraal, het is de levendigheid en de onderdompeling die het zo impactvol maken, toch? Het is een intuïtief, emotioneel, ‘viby’ iets." 

Precies! En dat brengt je dichter bij het werk en dichter bij de thema's die het werk representeert. Stel je voor dat je in staat zou zijn om te ‘viben’ met regeneratief design, in plaats van het te moeten snappen.

"Ze zoeken naar het werk, of denken dat hier niets te zien is"

"Ik denk dat deze manier van design realisme echt aantrekkelijk kan zijn voor ontwerpers. De meesten van hen willen 'echte dingen' doen. Dat is wat ik doe als ik werk met mijn zonen, mijn ouders, mijn partner - het is mijn familie en dat maakt het werk echt. Het is zeker zoiets dat New Store ook probeert te bereiken; uit de bubbel springen. Maar ik weet niet zeker of het werkt. Het is nog maar het beginstadium in de ontwikkeling van dit project, maar ze zijn nog steeds afhankelijk van instituten voor levensonderhoud. Zelfs als ze een soort gewone taal gebruiken, zoals je gisteravond zei, denk ik nog steeds dat ze iets hebben gemaakt dat mensen niet helemaal kunnen begrijpen of waar ze zelfs maar mee kunnen 'viben'. Het is vreemd. Als mensen hier binnenkomen, vragen ze naar het werk: waar is New Store? Ze zien het billboard - een groot mooi billboard, gemaakt door OpenStructures  - en dan willen ze naar boven, of naar de keuken of zo, ze zoeken naar het werk of anders denken ze dat er hier niets is." Wie had dat gedacht, Residency for the People: een woestijn van realisme.

Het gesprek valt stil. "Het is koud hier, wil je een tosti?", vraagt Lucas. Ik ben in de war. Met een grijns legt hij het uit: "De grill wordt superheet als we tosti's maken en dat verwarmt de ruimte. Het is regeneratief ontwerp." Hij komt terug met een Stella en een tosti, ik warm me op. Het is mijn laatste avond in Eindhoven en de laatste dag van DDW. De kroegen zijn rustig. 

De volgende ochtend vertrek ik vroeg naar het station. Wat aanvoelde als een langgerekte reeks designdanspassen vervaagt langzaam. Een stortvloed aan lege flessen die in een bak worden gekieperd, luiden de terugkeer in naar de ongemakkelijke realiteit van alledag. En zo voorts, en zo verder.

James Dyer is docent aan de School of Art and Design van de Prague City University. Vanuit een eclectisch perspectief schrijft hij over design en communicatie.
Nick Deakin is grafisch ontwerper en illustrator, werkt onder de naam Totally Okay en is universitair hoofddocent grafisch ontwerp aan de Leeds Arts University.

Lees hier meer over de Creative Voices