Decolonoscopy is een interactieve installatie die abjecte representatie inzet om dialoog te stimuleren over queer identiteit en postkapitalistisch denken, en nodigt kijkers uit om heteronormatieve structuren die onderdrukking veroorzaken te doorbreken.
Abjecte Queerness binnen Dominante Narratieven
Decolonoscopy is een multimediale installatie die de relatie tussen queerness, productiviteit en culturele narratieven kritisch onderzoekt. Geïnspireerd door Julia Kristeva’s theorie van abjectie (1980) hanteert het het abjecte zowel als lens als strategie om onderdrukkende structuren te ontmantelen. Hier wordt het abjecte begrepen als datgene wat uitdaagt wat sociaal geconstrueerd is als normaal of acceptabel, en zo noties van identiteit, systemen en orde verstoort. In deze context wordt het gebruikt om dominante narratieven die de plaats van queerness beperken tot wat binnen kapitalistische sociaaleconomische systemen sociaal aanvaardbaar wordt geacht, aan het licht te brengen en aan te klagen. Queerness wordt daarom onderzocht in haar verzet tegen de dominante cultuur en omarmd voorbij haar positie in de kapitalistische agenda, geïnspireerd door transgressieve queer-culturele producties en kaders uit queer-, feministische- en kunsttheorie. Decolonoscopy positioneert abject design als een katalysator voor postkapitalistische dialoog, door de heteronormatieve idealen die verankerd zijn in systemen van macht en cultuur uit te dagen via alternatieve representatiemodi.
De Installatie
De installatie, vormgegeven als een abstracte menselijke anus, confronteert bezoekers met provocatieve materialiteit en fysieke interactie. De anus fungeert als symbool van onproductieve queerness en als plek van niet-heteroseksueel, niet-reproductief genot, los van gender en normatieve paradigma’s. Door een orificium kruipen bezoekers naar binnen en steken hun hoofd in een ruimte omringd door spiegels en een zelfreflectieve videoperformance waarin de ontwerper zijn queer lichaam gebruikt om dominante narratieven te ondermijnen. De video wordt begeleid door voordrachten van Pedra Costa’s The Southern Butthole Manifesto, ingesproken door queer stemmen uit het mondiale Zuiden. Deze ervaring transformeert bezoekers van passieve toeschouwers naar actieve deelnemers, en stimuleert introspectie, ongemak en dialoog over de sociale scripts die identiteit vormgeven.
Abjectie als Ontwerpstrategie
Door middel van zijn ontwerp herkadert Decolonoscopy queerness voorbij haar productieve waarde in het kapitalisme, en pleit het voor een discours dat multipliciteit, vloeibaarheid en verzet omarmt. De installatie vormt een oefening in kritisch ontwerp en onderzoekt hoe abjectie kan worden hervertaald als een instrument voor bevrijding en creativiteit. Door het publiek te confronteren met transgressieve esthetiek en hen uit te nodigen hun eigen percepties te bevragen, ontketent het werk een gesprek over de fragiliteit van normen en de mogelijkheden van postkapitalistische toekomsten. Het fungeert als een ruimte voor het deconstrueren en herevalueren van fobisch denken, met als doel ontwerp verder te vestigen als een kritisch veld en een queerere maatschappelijke transformatie te bevorderen.