De telefoon gaat. Ik heb een interview met Floris Schoonderbeek, die onderweg is van zijn huis in Arnhem naar het festival. Ik lig in bad. Floris zit in zijn auto. Dit is “The New Intimacy”.
Floris is de juiste persoon voor een crisis. Op het Bright.nl festival van vorig jaar werd hij namelijk genoemd als een van vijf ontwerpers die de wereld gaan redden. Die kunnen we nu wel gebruiken... "Ik ben als ontwerper aan het begin van dit jaar, nog voor de coronacrisis, een andere weg ingeslagen omdat ik na 15 jaar ben gestopt met mijn merk Weltevree. Ik dacht: "Hoe wil ik, als ontwerper, eigenlijk werken? Ik wilde iets anders doen", zegt Floris.
Zijn timing was perfect. Floris besloot een camper om te bouwen tot mobiele studio, waarmee hij na de lockdown heel Nederland door kon rijden. "Zo kon ik allerlei interessante mensen ontmoeten en zien hoe zij leven, in verbinding met hun omgeving" legt hij uit, "Mijn werk begint meestal met mijn persoonlijke interesses en de verbinding die wij allen hebben met onze omgeving. Door de huidige situatie zijn we allemaal meer gericht op onze eigen leefomgeving. We zijn gedwongen om het te herontdekken", merkt hij op.
Als Floris in Eindhoven aankomt, vraag ik hem wat hij na het festival gaat doen. "Na DDW ga ik verder met mijn roadtrip. De komende zes maanden ga ik aan de slag met alle feedback die ik tijdens DDW verzamel, en ik ga weer nieuwe plekken bezoeken" zegt hij, wat me eraan herinnert dat DDW voor hem een belangrijke ontmoetingsplaats is, waar hij nieuwe contacten opdoet en over zijn werk kan praten."
Mijn gesprek met Kiki & Joost komt ook op het ontmoeten van mensen tijdens DDW en hun reactie is bemoedigend. Als ik met ze spreek, zit hun expositie er bijna op. Ze zijn tevreden over het aantal bezoekers, ook al waren het er minder dan normaal. "Het is een unieke situatie, veel intiemer, waardoor je je kunt richten op de mensen die speciaal voor iets gekomen zijn" vertelt Kiki. "We mochten een klein aantal bezoekers ontvangen, dus we hebben mensen persoonlijk uitgenodigd. We zijn heel tevreden over de opkomst, er waren architecten, journalisten, verzamelaars, dat was eigenlijk prima", zegt ze. Joost voegt eraan toe "we hadden nu meer tijd om met de mensen te praten en uitleg te geven bij ons werk, we zijn lang niet zo uitgeput als normaal, dus even een jaar op deze manier is misschien wel goed."
Ik vraag ze hoe het werk voor hen geweest is dit jaar. "De crisis heeft ons heel hard geraakt, veel projecten werden afgezegd en we moesten 2,5 maand thuiswerken. Dan werk je op een hele andere manier" legt Joost uit. "We voelden dat we onafhankelijker en zelfvoorzienend wilden zijn en dat we met kleinere hoeveelheden wilden werken, dus we hebben de afgelopen maanden meer als kunstenaars gewerkt en meer persoonlijke en autonome werken voor de expositie gemaakt." Kiki vervolgt: "We richtten ons op eenvoudige materialen om ons heen, ik had bijvoorbeeld een aantal met de hand geborduurde wandkleden in mijn archief, die hebben we op een nieuwe manier gebruikt."
Die flexibele houding, bijvoorbeeld ten aanzien van materialen en technieken, is iets waar Kiki en Joost tijdens ons gesprek steeds op terugkeren. Ook als het gaat over dingen buiten hun werkplaats. "Mensen zijn ook flexibeler dan normaal. Uiteindelijk leidt deze verschrikkelijke situatie misschien toch wel tot iets positiefs. De sector had al veel langer verandering, een nieuwe focus, nodig.
Hoe moet de sector precies veranderen dan? Joost antwoordt: "Tijdens de afgelopen decennia is onze productie natuurlijk enorm gestegen. Door de ontwikkeling van de nieuwe economieën is de productie van luxe- en designproducten de pan uit gerezen. Ik denk dat we veel beter moeten opletten op wat we produceren en in welke hoeveelheden als we iets aan onze wegwerpmentaliteit willen doen." Kiki vult aan, "Producenten worden nu enorm aangespoord om dingen dichter bij huis te maken. Dat is iets wat definitief zou kunnen veranderen, dat we een langzamer tempo aannemen; het hoeft allemaal niet zo snel, zolang we de kwaliteit maar in de gaten houden." Joost is het daarmee eens en sluit af met "Volgens mij zien we nu een heroriëntering op de lokale economie en onderlinge steun via micro-economieën. Plaatselijke ontwerpers met een werkplaats worden de timmerman van vroeger - je kunt iets maken voor de mensen die naar je studio komen. Dat is goed voor de klant én voor de ontwerper. Ik denk dat we dat vanaf nu veel meer gaan zien."
De Argentijnse ontwerper en ondernemer Fede Baroni woont sinds een jaar in Nederland. Hij exposeert voor het eerst tijdens DDW met zijn fantastische collectie WALTIC horloges gemaakt van gerecycled materiaal. Het ontwerp van het horloge kwam voort uit de samenwerking tussen Nederlandse en Argentijnse ontwikkelaars. Het resultaat is het eerste polshorloge van de wereld dat volledig van gerecycled plastic is gemaakt. Fede geeft aan dat we veel te veel vertrouwen op het concept van recyclen terwijl we helemaal niet beschikken over de middelen die nodig zijn voor een duurzame circulaire productie-industrie, en hij is benieuwd wat Nederland op dit vlak te bieden heeft. Hij wil graag 'communities of good practice' opzetten, waarbij hij op plaatselijk niveau met mensen aan de slag gaat om efficiënter te produceren en recyclen. Daarnaast blijft hij zich met productontwikkeling bezighouden. "Het grootste probleem in Europa, wat betreft duurzame productie, is dat onze ontwerpstudenten en -studio's hun materiaalbewerkingen in het buitenland laten uitvoeren, terwijl wij ons hier zitten af te vragen hoe we onze productie en recycling kunnen verbeteren. We hebben geen controle over onze materialen" legt Fede uit.
Ten slotte spreek ik nog met Bianca Carague, die is afgestudeerd aan Design Academy Eindhoven. Bianca is een Filipijnse ontwerper en wetenschapper, die zich richt op het gebied waar ontwerp, gezondheidszorg en technologie samenkomen. Ze heeft de afgelopen maanden in de virtuele online wereld van Minecraft een gemeenschap voor geestelijke gezondheidszorg gemaakt.
We hebben elkaar nooit eerder zo hard nodig gehad, terwijl we allemaal zo ver van elkaar verwijderd zijn. Het werk van Bianca is een mooi opstapje naar de discussie over hoe we 'oude' technologie (van voor de coronatijd) voor nieuwe dingen kunnen gebruiken. De afstudeerders van volgend jaar zijn ongetwijfeld hun verleden al op de toekomst aan het aanpassen en voorbereiden en zullen, net als iedereen nu, proberen het meeste uit hun plaatselijke, kleinere netwerk te halen.
In de periode voor DDW werkte ik samen met studenten aan een expositie voor het London Design Festival in de London College of Communication, onderdeel van University of the Arts in Londen. Het 'New Agency' project werd, wat betreft ontwerp, aangevoerd door student Archie Lennon. Zijn uitgerekte afbeeldingen omhulden de ervaringen van studenten tijdens de coronapandemie. Die New Agency die Lennon et al. oproepen, weerspiegelt exact wat we afgelopen week tijdens DDW hebben gezien. Deze nieuwe intimiteit heeft geleid tot nieuwe manieren van werken en samenwerken. Dit moment heeft iedereen tijd gegeven voor gesprekken die er toe doen: Veerkrachtige ontwerpers richten zich op de dingen die er toe doen en vinden nieuwe kracht, ook in deze moeilijke tijd.
Floris stuurt me na zijn bezoek aan Eindhoven nog een berichtje 'Het feest staat of valt altijd met de aanwezigen. We hebben het over het werk gehad. Zo bizar. Maar het was goed dat het doorging en om de bezoekers te ontmoeten. Ik denk dat de situatie ons helpt focussen op wat we al aan het doen zijn, in plaats van dat we erdoor veranderen.'
DDW en de exposanten hebben een intieme en kwetsbare kant van zichzelf laten zien. Het is aan ons, of we de beste kanten van deze kracht van de intimiteit in de toekomst willen behouden en alle schadelijke dingen achter ons willen laten: het begint bij onszelf.