Zoeken

Sluit zoeken
Magazine

#heyddw: Hoi Vera van der Burg

27 July 2021

5 min. leestijd

© Vera van der Burg
Om de week zetten we een van de meest interessante, spannende, intrigerende, grappige of bijzondere Instagram-posts met de hashtag #heyddw in het zonnetje in een exclusief interview in ons online DDW-magazine. Deze week is de beurt aan onderzoeker en ontwerper Vera van der Burg. Zij combineert onderzoek naar AI met ontwerp.
Portret Vera van der Burg

Hi Vera! Kun je iets meer over jezelf vertellen? Wie ben je, waar kom je vandaan en hoe/waarom ben je verschillende disciplines gaan combineren?


Hoi! Ik ben Vera van der Burg, geboren en getogen in Amsterdam, waar ik nu nog steeds woon. Mijn interesse in een combinatie van kunst en wetenschap? Die werd al lichtjes aangewakkerd tijdens mijn studie. Ik begon met een bachelor Liberal Arts & Sciences aan de Universiteit Utrecht. In deze interdisciplinaire studie kon ik mijn hoofdrichting in Neurowetenschappen vrij combineren met kunstgeschiedenis en andere disciplines.

Ik ben altijd al slecht geweest in het maken van definitieve keuzes. En dus besloot ik na mijn bachelor toch de creatieve kant op te gaan. Voornamelijk omdat ik op zoek was naar een stimulerende, nieuwe omgeving en wilde toegeven aan een bepaalde creatieve neiging in mijzelf. Toen ik werd toegelaten aan de master Contextual Design aan de Design Academy in Eindhoven, ging er een nieuwe wereld voor mij open. Plots was ik de wetenschapper tussen allerlei geweldige kunstenaars en ontwerpers. Omdat ik geen achtergrond in het ontwerpen had waar ik op kon terugvallen, begon ik op de academie juist waarde te zien in het doen van creatief onderzoek, waarin ‘research based design’ leidend was en ik ‘maken’ en ‘denken’ met elkaar combineerde. Zo heb ik mijn interesse in het combineren van verschillende disciplines nog verder kunnen ontwikkelen.

Op Instagram deelde je via #heyddw jouw werk met ons. Wat kun je hierover vertellen?


Ik deelde beeldmateriaal van het research based design project ‘Still Life’, wat ook mijn afstudeerwerk is van de Design Academy. Gedurende dit onderzoek ben ik op zoek gegaan naar het potentieel van Artificial Intelligence voor het ontwerpproces. Ik kwam erachter dat intelligente, zelflerende systemen, zoals object-herkennings-algoritmes, op een zo objectief mogelijke manier getraind worden. Dit zette mij aan het denken: Is het überhaupt wel mogelijk om een systeem een objectieve versie van de wereld aan te leren? En is het voor een ontwerper wel interessant om met ‘objectieve’ systemen te werken? ‘Bias’ in zelflerende algoritmes is een van de bekendste problemen rond AI. Daarom leek het mij interessant om juist deze ‘bias’ als uitgangspunt te nemen, en me te focussen op het subjectieve potentieel van AI.

Wat kan een systeem dat subjectief getraind is ons leren over de dingen die we maken? En hoe leer je een systeem eigenlijk een subjectieve representatie van de wereld? Ook vroeg ik me af wat deze systemen ‘zien’ als ze naar de meer abstracte dingen in deze wereld kijken. Denk aan surrealistische kunst of abstracte designobjecten. Ik laat dit soort dingen zien aan objectherkenningsalgoritmes, om te kijken hoe zij naar deze objecten kijken vanuit een ‘machine gaze’ en of ze dingen zien die wij mensen in eerste instantie niet zien. En of we daar dan weer wat van kunnen leren.

In de videoinstallatie die ik ontwikkelde voor mijn afstudeerwerk zie je een subjectief objectherkenningsalgoritme aan het werk, dat probeert de emotionele betekenis van objecten te interpreteren.

Waar komt jouw interesse voor onder andere AI en Machine Learning vandaan?
 


In mijn tijd als neurowetenschapper vond ik het ongelofelijk boeiend om te leren over het menselijk brein. En dan vooral hoe mensen op een emotionele manier de wereld en de objecten om zich heen kunnen herkennen. Objectherkenning is ook een onderwerp dat ik gedurende het eerste jaar van mijn master op een materiële manier heb onderzocht. Toen ik tijdens mijn research in contact kwam met AI, zag ik eigenlijk al mijn interesses samenkomen.

Ik zie Artificial Intelligence als een manier om menselijke processen te ontwerpen in een computerprogramma. Machine Learning vraagt om systeemdenken. Dat in combinatie met nadenken over wat het betekent om mens te zijn, trekt me enorm. Daarnaast vind ik het ongelofelijk boeiend om te zien hoe ver en snel deze technieken zich alsmaar blijven ontwikkelen.

Je bent momenteel bezig met je PhD aan de TU Delft. Wat kun je vertellen over het onderzoek dat je hier doet? Waar ligt voor jou de uitdaging?
 


Ik maak deel uit van een researchgroep, het Designing Intelligence Lab. Met een groep van ontwerpers en computerwetenschappers onderzoeken we hoe we intelligente systemen kunnen gebruiken om het ontwerpproces te begrijpen, maar ook om hieraan bij te dragen. Doel is om op de lange duur tot nieuwe ontwerpmethodes te komen waarin AI een rol speelt.

Ik ben nu weer terug in een universitaire omgeving, terwijl mijn kijk op deze onderwerpen nu kunstzinniger is. Dat is een uitdaging. Gelukkig is hier wel ruimte voor. Veel in het onderzoek ligt nog open en we hebben nog niet vastgesteld waartoe alle onderzoeken exact zullen leiden. Momenteel onderzoek ik nog steeds het subjectieve potentieel van AI, maar nu meer op het gebied van reflectie. Ik onderzoek hoe bijvoorbeeld intelligente chatbots reflectie van ontwerpers op hun eigen proces kunnen ondersteunen. Overkoepelend zou je kunnen zeggen dat ik Machine Learning zie als een reflectiemiddel, doordat je het traint op data waar onbewuste patronen van gedrag in kunnen zitten. Deze patronen krijg je dan weer teruggekoppeld, en ik denk dat je daar als ontwerper (en als mens!) iets van kunt leren.

Hoe zie jij het voor je, als je mag dromen over een toekomst waarin de maatschappij AI optimaal inzet?


Het lijkt me vet als we toegaan naar een wereld met systemen die getraind zijn op individuen. Een soort digitale tweeling, die je dingen leert over jezelf, maar die je ook kan helpen met het maken van keuzes. Ik zie AI niet als iets dat een mens gaat vervangen. Eerder wordt het een aanvulling voor dingen waar mensen over het algemeen minder goed in zijn, op een behulpzame manier. AI is extreem goed in patroonherkenning, beter dan mensen dat zijn. Dus in situaties waarin patroonherkenning ook echt noodzakelijk is, is het inzetten van AI in mijn ogen ontlastend voor het menselijk kunnen. Ook in het ontwerpveld zie ik AI in de toekomst als een soort ondersteunende tool, die je helpt met het vinden van inspiratie. Of met het leggen van verbanden in je eigen creatieve nadenken, die je zelf moeilijker maakt.

Negatieve geluiden over kunstmatige intelligentie zijn er ook. Hoe kijk je daar tegenaan en hoe beïnvloedt dit jouw werk?


Ik denk dat deze negatieve geluiden vooral gebaseerd zijn op een angst die enerzijds al decennia wordt gevoed door sciencefictionverhalen, en anderzijds door een soort ontwetendheid over hoe Machine Learning nou precies werkt. De systemen zijn op zichzelf niet bedreigend. En er is zeker nog geen sprake van een ‘general intelligence’ – een systeem dat functioneert tot het niveau van het menselijk kunnen. Zelf vind ik het juist fantastisch dat er mogelijkheden zijn om verschillende menselijke taken te automatiseren.

Waar we wel bang voor kunnen zijn, zijn de instanties die Machine Learning willen inzetten voor bepaalde doeleindes. Ik denk dat het van belang is om altijd kritisch te zijn op waarvoor de systemen worden gebruikt, en experts uit verschillende disciplines hierover mee laten denken. Dit gebeurt gelukkig binnen universiteiten steeds meer – ik ben daar zelf het levende voorbeeld van. En ook is het veld van ‘ethical AI’ steeds meer aan het groeien en van belang aan het worden. Ik hoop dat in de toekomst de ontwikkeling en toepassing van AI altijd hand in hand gaat met een kritische, ethische visie vanuit verschillende disciplines.

Wat voor effect heeft de pandemie tot nu toe gehad op jouw werk? Hoe kijk je terug op het afgelopen jaar?


Ik was nog maar een klein half jaar afgestudeerd toen de pandemie toesloeg. Ik had wat exposities staan, en mocht de installatie permanent installeren in een Russisch restaurant. Helaas is dit allemaal geannuleerd en zag ik opeens hoe broos de positie van een beginnend ontwerper kan zijn. Toen ben ik op zoek gegaan naar werk dat wat vaster van aard is. Al snel kwam ik bij PhD-posities terecht. Wonder boven wonder kwam er een plek vrij die perfect aansloot bij mijn afstudeerwerk, en na een sollicitatieproces mocht ik in november 2020 beginnen. Soms mis ik het vrije leven van een ontwerper, en af en toe is de academische wereld nog een beetje te rigide naar mijn smaak. Heel veel lezen! Wel is het bijzonder dat ik mag onderzoeken wat ik interessant vind voor de komende 5 jaar en dat ik me geen zorgen hoef te maken over een inkomen. De uitdaging ligt voor mij in het blijven uitoefenen van een bepaalde maakpraktijk naast het publiceren van onderzoekspapers. Want als ik terugkijk op het afgelopen jaar heb ik toch meer achter mijn laptop gezeten dan dat ik echt heb ontworpen. Hopelijk blijf ik binnen de TU creatief onderzoek doen waarin ik het maken en onderzoeken met elkaar combineer. 

Als je één iemand mag kiezen om mee samen te werken (een ontwerper, politicus, kunstenaar, wetenschapper, wie dan ook), wie kies je dan en waarom?


Pfoe, lastig! Ik vind samenwerkingen sowieso heel erg leuk en werk liever samen dan alleen. Ik werk graag met mensen die meer in het maak-domein zitten, autonoom kunstenaars bijvoorbeeld. Het lijkt mij leuk om met hen te kijken hoe we AI kunnen integreren in hun praktijk – dit probeer ik ook langzamerhand in mijn eigen werk. Maar dat is natuurlijk niet de vraag. Als ik inhoudelijk kijk naar waar mijn interesses liggen, denk ik dat het interessant is met Studio Drift samen te werken, om te kijken hoe zij AI aan hun installaties en meer research-based projecten kunnen toevoegen. Maar bijvoorbeeld een ‘digital twin’ maken van David Hockney zou ik geweldig tof vinden. 

Stel, je mag jezelf een vraag stellen voor dit interview. Welke vraag is dat dan? En hoe luidt het antwoord?


Een van de vragen waar ik zelf ook nog een echt een definitief antwoord op zoek is: Ben je nou een wetenschapper of een ontwerper? Voor nu kan ik zeggen dat ik hoop dat ik een praktijk ontwikkel waarin deze 2 professies eigenlijk nagenoeg hand in hand met elkaar samen gaan en dus ook hetzelfde persoon kunnen zijn. Ik hoop daarom ook, voor de toekomst, dat we naar een wereld toegaan waarin ook het educatieve systeem hierop is ingericht. Dus geen aparte kunstacademies en universiteiten, maar juist 1 instituut! Voor nu denk ik: én ontwerper, én onderzoeker!

10. Heb je nog een nieuwtje om te delen met de DDW-community? 


Ik ben altijd op zoek naar nieuwe samenwerkingen met ontwerpers en kunstenaars die het leuk vinden om zich bezig te houden met AI en die ik in mijn eigen onderzoek zou kunnen gebruiken. Dus lijkt je dit leuk? Stuur me dan gerust een berichtje!