Kim, waar zitten we in hemelsnaam? Het lijkt wel alsof je in een tuinhuis werkt.
Dit is Collaboration O. Hier werken tien creatieve ondernemers. Ieder heeft in deze ruimte op z’n eigen kavel z’n eigen kantoortje gebouwd. In de gezamenlijke werkplaatsen delen we de machines. Ons collectief is tien jaar geleden ontstaan, toen we nog studenten waren en we in ons eentje geen machines konden kopen. Maar met z’n tienen kun je prima een Altendorf formaatzaag aanschaffen. Of een lasapparaat.
Een van jouw meest opvallende werken is een klokkenprojecten. Maar het lijkt niet op een klok.
Bedoel je ‘On Time Not on Time’? Ik heb altijd een voorliefde gehad voor mechanica en oude uurwerken. Voor alle bewegende, mechanische werken eigenlijk. Het is prettig als iets niet statisch is. Ik ben geen geschoolde uurwerkenmaker. Ik heb gewoon gepuzzeld. Het idee was dat je de tijd wel kan aflezen, maar niet heel dominant. En op random momenten maakt de klok een geluid. Ik heb me laten inspireren door het Cam Hammer-systeem van Da Vinci.Dit project heb ik gedaan in opdracht van Hotel Not Hotel. Ik zag het als een kans, maar heb me compleet verkeken op de ontwikkelingstijd, zoals meestal bij een leerproces.
Jouw leerprocessen deel je ook op je Instagram-account, vind ik. Al is je account best een beetje mysterieus.
Ik wil niet zo prominent naar buiten treden als maker, denk ik. Nu nog niet. Ik snap dat het uiteindelijk niet anders kan, maar ik ben nog heel erg zoekende naar hoe ik mezelf aan de buitenwereld wil presenteren. Ik heb bijvoorbeeld het gevoel dat ik pas naar buiten kan treden met mijn klokken als ik er drie heb. Want anders heb ik zoiets van, hier ben ik dan, met één klok…
Maar als je jezelf niet promoot, is dat commercieel gezien niet zo handig.
Ik word er gelukkig steeds beter in. Mijn projecten gaan vaak over tempo. En dat komt omdat ik zelf een vrij afwijkend tempo heb. Dat is heel lang heel verwarrend geweest voor mezelf. Sommige mensen wisten tijdens hun studie precies waar ze naartoe wilden. Ik was in de veronderstelling dat ik die duidelijke richting ook moest hebben. Ik heb het geprobeerd. Inmiddels heb ik het tempo van mijn eigen ontwikkeling geaccepteerd. En in sommige dingen ben ik gewoon traag. Mijn rijbewijs haalde ik op m’n zesendertigste.
Vóór On time Not on time heb je een windklok gemaakt. Die lijkt in de verste verte ook niet op een klok.
De windklok is gebaseerd op mijn afstudeerwerk. Deze klok vertelt een verhaal over tijd en hoe wij tijd beleven en hoe de klok ons leven domineert. Hij wordt aangedreven door de wind en wordt geijkt op de gemiddelde windsnelheid van een bepaalde plek. En op die gemiddelde windsnelheid gaat de tijd net zo snel als onze kloktijd. Maar de tijd gaat zo snel als de wind. Dus als het windstil is, staat hij stil en als het heel hard waait, dan gaat ook de tijd heel hard.
Je vindt dat de klok ons in zijn greep houdt?
Ik denk inderdaad dat we zijn doorgeschoten. We vinden van onszelf dat we in principe elk moment moeten benutten. We moeten de hele tijd. Ja, dat is dan eigenlijk.
Hoe zou jij jezelf als ontwerper willen omschrijven?
Mijn inspiratie haal ik met name uit de wereld van de wetenschap en sociale psychologie. Ik lees veel filosofie. Mijn werk gaat vaak over bepaalde mechanismen, zoals systemen in de samenleving. Ik vind het interessant hoe verschillende onderdelen deel uitmaken van een systeem en welke relaties daartussen ontstaan. Hoe dat elkaar kan afstoten of juist kan aantrekken.
Hoe kun je daar koopbare projecten van maken?
Voor Achmea heb ik een tafel gemaakt, of eigenlijk een soort spel, gebaseerd op de vijf hoofdemoties die een mens kan ervaren. Met daarin de gradaties van deze emoties. En dat komt voort uit een onderzoek van Paul Ekman. Samen met medewerkers van Achmea heb ik in workshops geprobeerd te achterhalen wat voor een consument de waarde is van een verzekering. Wat de gedragingen zijn van klanten en welke emoties daarbij horen. Dat is voor zo’n organisatie namelijk ontzettend lastig te bepalen, want normaal gesproken heeft Achmea alleen klantcontact als er een schade is. Als het foute boel is dus. Het werkte echt, die tafel.
Hoe kijkt jouw familie naar wat jij doet? Zijn ze trots op je?
Ja. Ik kom niet uit een ondernemend gezin of zoiets. Ik denk dat mijn vader er helemaal niks van begrijpt, maar hij is wel trots. Mijn moeder is zelf ook wat meer creatief. Die is heel trots. Met name omdat ik een bepaalde weg hebt afgelegd en zij die gevolgd hebben.
Hoe ver ben je op die weg?
Dit is het jaar waarin ik mijn plek in de designwereld wel zo’n beetje heb gevonden. Omdat ik een ietwat schizofrene designer ben, was het lastig. Weet je, het is zo gemakkelijk gezegd: ik hou van materialen, experimenteren, en dan komen daar mooie dingen uit. En dan kun je allemaal ideeën hebben over wat design is. Maar ik kan nu voor het eerst voor mezelf zeggen dat ik in mijn werk een lijn zie. Dat ik weet waar ik naartoe wil. En dat ik daar ook zelfverzekerd over ben.
Het volledige interview met Kim Haagen is te lezen in de eerste uitgave van BLANK SPACE MAGAZINE. Meer lezen? Volg BLANK SPACE MAGAZINE hier.
Interview: Martijn van der Ven / Fotografie: Maarten Coolen / Tekst editor: Martijn van der Ven / Vertaler: Tanya Long