Jaarlijks worden wereldwijd 800.000 baby's extreem vroeg geboren (<28 weken oud). Het Artificial womb-project heeft tot doel een nieuwe, alternatieve omgeving te ontwikkelen, die meer lijkt op de baarmoeder.
1 op de 10 kinderen overlijdt aan vroeggeboorte wereldwijd
Baby's geboren tussen 24 en 35 weken worden momenteel overgebracht naar neonatale intensive care-afdelingen (NICU's), om hun hart- en longontwikkeling te ondersteunen. Voor extreem premature baby's (<28 weken) is blootstelling aan lucht echter zeer belastend voor hun organen en kan dit leiden tot langdurige hart-, neurologische en metabole problemen of complicaties bij de ademhaling. Ondanks de vooruitgang in geneeskunde en technologie, is de huidige zorg in de NICU een verre van optimale vervanging voor de beschermende omgeving van de natuurlijke moederschoot.
De onderzoekers van het Artificiele Baarmoeder project werken aan een oplossing hiervoor door een nieuwe omgeving voor premature baby's te ontwerpen, vergelijkbaar met die van de moederschoot. In de nieuwe-oplossing wordt een baby overgebracht naar een nieuwe omgeving, een perinataal levensondersteunend systeem genoemd, om de overgang naar het pasgeboren leven te vergemakkelijken. In deze "kunstmatige baarmoeder" zou het kind worden voorzien van een toevoer van zuurstof en voedingsstoffen via de navelstreng en een kunstmatige placenta. In deze omgeving kunnen organen verder rijpen en kan de baby zich ontwikkelen.